Wetenschappers van de Bepicolombo-missie vergaderden aan de Koninklijke Sterrenwacht van België
Op dinsdag 30 september 2025 ging een driedaagse workshop van start met internationale deelnemers van de BELA- en MORE-experimenten aan boord van de BepiColombo-missie naar Mercurius.
Deze gezamenlijke missie van ESA en JAXA werd in 2018 gelanceerd en nadert nu het einde van haar lange reis naar Mercurius, waar ze eind 2026 in een baan om de planeet zal worden gebracht. Wetenschappers zijn nu druk bezig met het perfectioneren van alle benodigde instrumenten en technieken om optimaal gebruik te kunnen maken van de komende metingen en wetenschappelijke gegevens, die een ongekend inzicht zullen bieden in het onbekende binnenste van de planeet.
Het Mercury Orbiter Radio-science Experiment (MORE) aan boord van BepiColombo zal het zwaartekrachtveld van Mercurius meten, inclusief kleine tijdelijke variaties bijvoorbeeld als gevolg van getijden. De BepiColombo Laser Altimeter (BELA) zal het oppervlak van de planeet met ongekende nauwkeurigheid in kaart brengen en subtiele bewegingen als gevolg van getijden en rotatie vaststellen. Aan de hand van de gegevens van beide experimenten kunnen wetenschappers, waaronder die van de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB), conclusies trekken over de eigenschappen van het diepe binnenste van de planeet.
Wetenschappers van de KSB namen ook deel aan een andere bijeenkomst over BepiColombo, die op donderdag en vrijdag van dezelfde week plaatsvond aan de Sterrenwacht van Parijs. Leden van het SIMBIO-SYS-team, de spectrometer en camera van BepiColombo, bespraken de laatste vorderingen in de voorbereiding van de gegevensanalyse. Door de rotatie van Mercurius nauwkeurig te meten, zal SIMBIO-SYS de gegevens van MORE en BELA aanvullen om het diepe binnenste van Mercurius te onderzoeken.
T. Van Hoolst is Co-I van MORE, Co-I van SIMBIO-SYS, teamlid en WG-leider van BELA.
A. Rivoldini is Co-I en WG-leider van BELA.
M. Yseboodt, R.-M. Baland en J. Rekier zijn teamleden van BELA.
