Universele tijd – Wintertijd – Zomertijd

De aarde is verdeeld in 24 uurgordels. Volgens deze verdeling ligt België in de uurgordel van Greenwich. Onze tijd is dus de tijd van Greenwich, de Universele tijd (UT) of wereldtijd, nu gestandaardiseerd tot gecoördineerde wereldtijd (UTC). Men gebruikt hiervoor soms nog de oude benaming GMT (Greenwich Mean Time). Dit is niet helemaal correct, zo begon tot in 1925 de dag volgens de GMT (0h) op de middag.
Tot 1 mei 1892 gebruikte men in België de plaatselijke (middelbare) tijd, meestal die van een grote stad in de buurt.

De wet van 28 april 1892 (met ingang van 1 mei 1892) bepaalde de GMT (later de UTC) als wettelijke tijd in België.

Sinds de eerste wereldoorlog werd de wettelijke tijd met één uur vervroegd in sommige zomerperiodes. In de tweede wereldoorlog werd UT+1 uur opgelegd in de winter en UT+2 uur in de zomer.Alle data zijn te vinden in deze lijst.

Vanaf 1946 heeft men in België de klok continu een uur verschoven. In de Koninklijke Besluiten spreekt men van een vervroeging van de wettelijke tijd (de UTC) met 60 minuten. België sluit bijgevolg aan bij Centraal Europa en heeft dus Central European Time (CET).
Bovendien komt daar, sinds 1977, in de zomer nog een extra uur bij. Wanneer het 13u UTC is, komt dat overeen met 14u wintertijd en 15u zomertijd. Men gebruikt de afkorting CEST (Central European Summer Time).
In plaats van de term zomertijd gebruikt men ook de term Daylight Saving Time (DST).

Sinds 1996 gebeurt de overgang van winter- naar zomertijd in de nacht van zaterdag op zondag van het laatste weekend van maart en de overgang van zomer- naar wintertijd in de nacht van zaterdag op zondag van het laatste weekend van oktober . Overgangen van zomer- naar wintertijd en omgekeerd vindt u in de tabel hierna.

naar wintertijd (UTC+1 uur)
31.10.2021
Aangezien er door de regering nog geen beslissing werd genomen, blijft de Sterrenwacht de huidige wetgeving volgen.
naar zomertijd (UTC+2 uur)
28.03.2021
naar wintertijd (UTC+1 uur)
25.10.2020
naar zomertijd (UTC+2 uur)
29.03.2020
naar wintertijd (UTC+1 uur)
27.10.2019
naar zomertijd (UTC+2 uur)
31.03.2019
naar wintertijd (UTC+1 uur)
28.10.2018
naar zomertijd (UTC+2 uur)
25.03.2018
naar wintertijd (UTC+1 uur)
29.10.2017
naar zomertijd (UTC+2 uur)
26.03.2017
naar wintertijd (UTC+1 uur)
30.10.2016
naar zomertijd (UTC+2 uur)
27.03.2016
naar wintertijd (UTC+1 uur)
26.10.2015
naar zomertijd (UTC+2 uur)
29.03.2015
naar wintertijd (UTC+1 uur)
26.10.2014
naar zomertijd (UTC+2 uur)
30.03.2014
naar wintertijd (UTC+1 uur)
27.10.2013
naar zomertijd (UTC+2 uur)
31.03.2013
naar wintertijd (UTC+1 uur)
28.10.2012
naar zomertijd (UTC+2 uur)
25.03.2012
naar wintertijd (UTC+1 uur)
30.10.2011
naar zomertijd (UTC+2 uur)
27.03.2011
naar wintertijd (UTC+1 uur)
31.10.2010
naar zomertijd (UTC+2 uur)
28.03.2010
naar wintertijd (UTC+1 uur)
25.10.2009
naar zomertijd (UTC+2 uur)
29.03.2009
naar wintertijd (UTC+1 uur)
26.10.2008
naar zomertijd (UTC+2 uur)
30.03.2008
naar wintertijd (UTC+1 uur)
28.10.2007
naar zomertijd (UTC+2 uur)
25.03.2007


De overgangen gebeuren op zondagmorgen, steeds om 1u Universele Tijd (UTC). Voor de overgang naar wintertijd (laatste zondag van oktober) : 3u lokale tijd wordt 2u lokale tijd, voor de overgang naar zomertijd (laatste zondag van maart) : 2u lokale tijd wordt 3u lokale tijd.

De overgangen worden geregeld bij Koninklijk Besluit door de Minister van Binnenlandse Zaken met inachtname van de richtlijnen van het Europees Parlement en de Europese Unie. (bv. voor de jaren 1998-2001 in het Belgisch Staatsblad van 19.12.1997, p.34256)

Voor de periode na 2001 werd de richtlijn 2000/84/EG (PDF) van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 gevolgd. Deze richtlijn is door het Koninklijk Besluit van 19 december 2001 (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 28.12.2001 en 01.02.2002 ) voor België omgezet in intern recht.

In dit Koninklijk Besluit staat dat vanaf het jaar 2002 de klok op de laatste zondag van maart om 1 uur ‘s morgens, wereldtijd (2 uur, plaatselijke tijd), ten opzichte van de wettelijke tijd honderd twintig minuten vooruitgezet wordt in plaats van zestig minuten. Ze wordt ten opzichte van de wettelijke tijd wederom zestig minuten vooruitgezet op de laatste zondag van oktober om 1 uur ‘s morgens, wereldtijd (3 uur, plaatselijke tijd).

Aangezien geen einddatum is gegeven, is de jaarlijkse omzetting naar zomertijd (en terug) nu van kracht voor een onbepaalde periode.